Prehistorie

Je zou het niet verwachten maar volgens archeologen behoort Almere tot de oudst bewoonde gebieden van ons land. Grote delen van het huidige grondgebied van Almere behoorden in de prehistorie tot het hogere achterland en maakten deel uit van de uitgestrekte dekzandgebieden die zich verder naar het oosten (Veluwe) en zuiden (Eemgebied) uitstrekten. Door het landschap liepen geulen van de prehistorische rivier de Eem waarlangs archeologen bewoningsresten hebben gevonden die zij toeschrijven aan een vroege fase van de Swifterbandcultuur.

De oudste bewoningssporen dateren van ongeveer 6700 voor Chr. en de meeste gevonden sporen worden gedateerd tussen 5300 en 4600 voor Chr. Er zijn vooral sporen gevonden op de opgravinglocatie Hoge Vaart die ten noorden van de A27 ligt. Er wordt verondersteld dat deze plek over de hele periode regelmatig bewoond is door mensen die leefden van jacht en visvangst. De groep jagers en verzamelaars trok waarschijnlijk rond, had elders een basiskamp en onderhield bij Almere jachtkampen waarbinnen één haard werd aangelegd en waar vuursteenbewerking plaatsvond voor het onderhoud van de pijlbewapening en de productie van werktuigen voor de verwerking van geschoten wild. Langdurige bewoning, in dit gebied, wordt niet uitgesloten maar lijkt niet voor de hand te liggen. In de loop van de tijd kwam het water steeds hoger te staan en werd het minder aantrekkelijk voor mensen om er te verblijven.

Foto: Archeologen aan het werk